Antwoorden op Kamervragen over kernenergie en opwarming van de aarde (februari 2019)
In antwoord op kamervragen van de leden Dijkhoff en Yesilgöz-Zegerius (beiden VVD) erkent minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat, dat er in een realistisch klimaatbeleid een rol weggelegd kan zijn voor kernenergie als onderdeel van een kostenefficiënte energiemix. Daarbij onderbouwt hij dat standpunt met een verwijzing naar de mondiale ontwikkelingen in de bouw van kerncentrales en de rol van kernenergie in de IPCC-scenario’s. Hij erkent dat kernenergie kan voorzien in CO2-vrij en regelbaar productievermogen en verwijst naar de scenario’s van het Internationale Energie Agentschap (IEA). Daarin is verondersteld, dat er om de doelen van Parijs te halen internationaal een verdubbeling van het opgestelde productievermogen voor kernenergie in 2050 nodig is ten opzichte van het huidige. Hij vermeldt, dat er wereldwijd, hoofdzakelijk in Azië, ongeveer 60 kerncentrales in aanbouw zijn. Verschillende studies laten zien dat kernenergie inderdaad een kosteneffectieve mogelijkheid kan zijn en dat een positieve business case op lange termijn tot de mogelijkheden kan behoren. Daarbij is het huidige beeld, dat de bouw van nieuwe kerncentrales in Nederland voor 2030 geen reële optie is, vanwege onder andere de verwachte rentabiliteit en de doorlooptijden. Wel plaatst hij de kanttekening, dat elk land de vrijheid heeft om de CO2-reductiescenario’s voor zijn eigen situatie in te vullen en dat er een aantal andere manieren zijn om aan de elektriciteitsvraag te voldoen met CO2-vrije, regelbare elektriciteitsproductie. Voor wat betreft Nederland laat het rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) naar mogelijke invullingen van 80 tot 95% CO2-reductie in 2050 zien dat kernenergie onderdeel kan zijn van een kosteneffectieve oplossing bij het streven naar 95% CO2-reductie. Onder het huidige kader kunnen marktpartijen in Nederland, die aan alle randvoorwaarden voldoen, zoals nucleaire veiligheid en voldoende reservering voor ontmanteling en verwerking van afval, in aanmerking komen voor een vergunning voor de bouw van een kerncentrale. De hoge investeringskosten vormen een belemmering. Het is lastig om een inschatting te maken van de kosten van de bouw van een nieuwe kerncentrale in Nederland. Die hangen onder meer af van de bouwtijd. De constructiekosten van in aanbouw zijnde kerncentrales variëren van 5.100 euro/kWe voor Olkiluoto in Finland tot 6.755 euro/kWe voor Hinkley Point in het Verenigd Koninkrijk. Daarbij komen dan nog de kosten voor financiering, die uiteen kunnen lopen van 8 tot 80% van de constructiekosten afhankelijk van de bouwtijd. Volgens de minister lijkt het al met al niet onredelijk om er voor Nederland van uit te gaan, dat de bouwkosten van een centrale van 1.000 MWe liggen tussen de 8 en 10 miljard euro. Zo’n moderne kerncentrale zou jaarlijks circa 8 miljard kWh aan elektriciteit opwekken en zou in theorie drie miljoen huishoudens van elektriciteit voorzien.
Meer informatie:
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-871019.pdf